ALBLASSERDAM – De woning aan de Rembrandtlaan in Alblasserdam waar eerder dit jaar drugs en vuurwapens zijn aangetroffen, is deze week alsnog gesloten. De bewoner spande een rechtszaak aan tegen het besluit van de burgemeester om het huis voor 3 maanden te sluiten. De voorzieningenrechter bepaalde in eerste instantie dat het huis nog niet gesloten hoefde te worden, maar de rechtbank in Rotterdam heeft nu bepaald dat de burgemeester inderdaad bevoegd was dit te doen. Het huis blijft tot 9 december 2024 verzegeld.

De wapens en drugs werden in maart 2024 bij de 19-jarige zoon van de huurder aangetroffen. Uit een bestuurlijke rapportage van 22 maart 2024 en een aanvullende bestuurlijke rapportage van 10 juni 2024 blijkt dat de politie op 5 maart 2024 het volgende heeft aangetroffen in de woning: 24,81 gram 3-CMC, 7,8 gram 2-CMC, 3 gram cocaïne, 2,4 gram MDMA, 83,45 gram hasjiesj, 76,4 gram Inositol (bekend als versnijdingsmiddel), meerdere grinders, mobiele telefoons, een tas met lege ponypacks, een doos lege gripzakjes, een weegschaaltje, een vuurwapen, voorzien van een patroonhouder en munitie, een op een vuurwapen gelijkend airsoftwapen, een flinke hoeveelheid powerbanks en twee bivakmutsen.

Het gemeentelijk beleid in Alblasserdam is dat de burgemeester bij een dergelijke vondst in een woning, het huis voor een kwartaal sluit. Dit wordt gedaan om de openbare orde te herstellen. Uit een aanvullende bestuurlijke rapportage van 10 juni 2024 blijkt verder dat de zoon van de huurder (waarbij de drugs zijn aangetroffen in de woning) een twaalftal antecedenten heeft, waarvan drie in verband met bezit en handel in drugs en één ter zake van de Wet wapens en munitie.

Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding moest worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is om het woon- en leefklimaat bij de woning te beschermen en de openbare orde te herstellen. Bij die beoordeling is de vraag aan de orde of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan, omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de vraag of er vanuit de woning werd gehandeld, maar ook om andere omstandigheden, zoals de ligging van een pand in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk.

De Alblasserdamse huurder vindt dat de woningsluiting niet noodzakelijk is. Hij woont al decennia in de woning en heeft een goede binding met de buurt, zo stelt hij. De woning bevindt zich volgens de man in een kindvriendelijke rustige buurt en niet in een kwetsbare woonwijk met veel drugscriminaliteit. Er heeft volgens hem geen drugshandel plaatsgevonden vanaf de woning en dit zou ook niet blijken uit bestuurlijke rapportage. Omdat sprake is van een eerste overtreding zou volgens de man allereerst een waarschuwing moeten worden afgegeven. Verder stelt de bewoner dat de zoon niet meer in de woning woont.

De burgemeester van Alblasserdam vindt sluiting wel noodzakelijk en de rechtbank geeft hem daar nu gelijk in. De voorzieningenrechter licht het besluit toe met de volgende onderbouwing: “Inherent aan een woningsluiting is dat de bewoner de woning moet verlaten. Dat verzoeker door zijn medische problematiek aan deze woning gebonden is, heeft hij niet onderbouwd. Evenmin heeft hij onderbouwd dat zijn psychiatrische toestand (ondanks de verhoogde dosis medicatie en begeleiding van Yulius die hij inmiddels krijgt) thans zo precair is, dat een tijdelijke verhuizing tot een psychose zou leiden. Ook heeft verzoeker zijn stellingen dat hij niet terecht kan in de daklozenopvang en dat hij geen tijdelijke woonruimte kan bekostigen, niet onderbouwd. De enkele omstandigheid dat verzoeker schulden heeft, is onvoldoende om dit laatste aan te nemen. De voorzieningenrechter neemt in aanmerking dat er inmiddels (ook sinds de uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 mei 2024) geruime tijd is verstreken en dat het op de weg van verzoeker had gelegen zijn stellingen over zijn medische en financiële situatie en de stelling dat alternatieve huisvesting voor hem niet mogelijk is, nader te onderbouwen met stukken. De burgemeester heeft verder kunnen overwegen dat er sprake is van verwijtbaarheid van verzoeker. De burgemeester vindt het niet ten onrechte niet aannemelijk dat verzoeker in het geheel geen weet had van de aanwezigheid van drugs in de woning. Uit de bestuurlijke rapportages blijkt immers dat de drugs en drugsgerelateerde goederen zijn aangetroffen in de slaapkamer van verzoekers zoon en in een andere slaapkamer waartoe verzoeker ook toegang heeft, en deels openlijk in het zicht lagen (onder andere gripzakjes, weegschaaltje en een airsoftwapen). Verzoeker heeft bovendien verklaard dat hij twee maal per week de woning schoonmaakt, inclusief de kamer(s) van zijn zoon, en wist dat zijn zoon eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen voor drugshandel. Verzoeker heeft verklaard dat hij zijn zoon daarom enige tijd heeft gecontroleerd, maar daarmee was gestopt. De burgemeester heeft dan ook kunnen overwegen dat verzoeker is tekortgeschoten in het toezicht op zijn zoon en op zijn woning. Gelet hierop heeft de burgemeester de belangen van verzoeker (ten opzichte van de belangen bij een sluiting) niet zodanig zwaarwegend hoeven achten dat hij had moeten afzien van een sluiting.”

Deze week heeft men de daad bij het woord gevoegd en is de woning in Alblasserdam voor 3 maanden gesloten.

Deel dit bericht via...