ALBLASSERDAM – De zaak waarbij twee tieners uit Alblasserdam dodelijk werden aangereden door een automobilist op de Edisonweg in Alblasserdam, moet mogelijk opnieuw behandeld gaan worden door het Gerechtshof. “De veroordeling van de verdachte wegens doodslag in het verkeer in Alblasserdam kan niet in stand blijven,” zo adviseert advocaat-generaal (AG) Keulen de Hoge Raad in zijn conclusie deze week. Daarmee wordt geadviseerd de uitspraak van het Gerechtshof te vernietigen en de zaak daar opnieuw te behandelen.

Verdachte Abdelghafour El B. uit Papendrecht veroorzaakte op 6 mei 2022 met zijn auto een verkeersongeval waarbij twee jonge vrouwen op een scooter om het leven kwamen. De rechtbank had de verdachte veroordeeld voor dood door schuld in de vorm van roekeloosheid. De verdachte en het Openbaar Ministerie gingen hiertegen in hoger beroep. Bij het Gerechtshof kwam het tot een bewezenverklaring van doodslag. Dit tot tevredenheid van de nabestaanden. De verdachte ging echter in cassatie en zo is de zaak intussen bij de Hoge Raad gekomen.

Zaak opnieuw
De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad de uitspraak van het Hof te vernietigen en de zaak terug te wijzen om opnieuw te worden berecht en beoordeeld. De AG is van mening dat voor een veroordeling wegens doodslag in het verkeer, door de eis van opzet op het van het leven beroven, meer is vereist dan wat tot nu toe hiervoor is aangedragen.

Uitspraak in oktober
De Hoge Raad doet op 15 oktober 2024 uitspraak. De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

De zaak
Abdelghafour El B. reed om 01:26:01 op 6 mei 2022, de nacht na Bevrijdingsdag, in zijn auto met een snelheid van minimaal 81 kilometer per uur over een kruispunt, terwijl daar een veel lagere maximumsnelheid (30 km/u) gold wegens wegwerkzaamheden. Daarnaast reed hij door rood en heeft hij de scooter met daarop de beide vrouwen, die door een groen verkeerslicht reed, geen voorrang verleend. De vrouwen kwamen om het leven als gevolg van de aanrijding.

Overwegingen van het Hof
Het gerechtshof was van oordeel dat sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van de twee jonge vrouwen en daarmee van doodslag. Het hof overwoog dat wanneer het rijgedrag van de verdachte voorafgaand aan en ten tijde van de aanrijding in samenhang wordt bekeken, een beeld naar voren komt ‘van iemand die over een langer traject meerdere verkeersovertredingen – waaronder forse snelheidsovertredingen – heeft begaan; die zich kennelijk niets heeft aangetrokken van de ter plaatse ten behoeve van de verkeersveiligheid geldende verkeersregels en voor wie het belang van de overige (zwakkere) verkeersdeelnemers kennelijk volkomen ondergeschikt is geweest aan zijn eigen belang om met een aanzienlijke snelheid te kunnen blijven doorrijden’. Daarop baseerde het hof het oordeel dat ‘de gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm zodanig gericht waren op het veroorzaken van een potentieel dodelijk ongeval, dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans daarop bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen)’. Het hof legde een gevangenisstraf op van zes jaar en een rijontzegging van tien jaar. De verdachte stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

Cassatie(klachten)
De advocaat van Abdelghafour El B. vraagt de Hoge Raad de veroordeling van het Hof te vernietigen. In cassatie wordt geklaagd over het bewijs van voorwaardelijk opzet op de dood van de beide slachtoffers.

Vergelijkend onderzoek
De advocaat-generaal is van mening dat de advocaat van de verdachte een terecht punt heeft en komt tot deze conclusie door onder meer naar soortgelijke zaken te kijken. De AG heeft deze zaak vergeleken met zaken waarin een bewezenverklaring wegens doodslag in het verkeer in cassatie in stand bleef bij de Hoge Raad. In die andere zaken was bijvoorbeeld sprake van een verklaring van de verdachte waaruit kon worden afgeleid dat de verdachte onverschillig stond tegenover de mogelijkheid dat een ander als gevolg van zijn verkeersgedrag om het leven zou komen; te denken valt aan een situatie waarin de verdachte ‘koste wat kost’ aan de politie wilde ontkomen. In andere situaties wist de verdachte dat zich op de plaats van het ongeval (gewoonlijk) veel mensen bevonden, of was er voorafgaand aan de fatale aanrijding al (bijna) een aanrijding geweest.

Roekeloosheid in artikel 6
Ook betrekt de AG bij zijn standpunt de strafbaarstelling van het roekeloos veroorzaken van een verkeersongeval met fatale gevolgen. In de vaststellingen van het hof ligt besloten dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in ernstige mate overschrijden van de maximumsnelheid en aan het door rood licht rijden, en dat van deze verkeersgedragingen ‘levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was’. Daarmee is van roekeloosheid sprake en daarmee van overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet (verkeersongeval met dodelijke afloop of zwaar lichamelijk letsel door schuld).

“Voor doodslag is meer vereist”
De AG is van mening dat voor een veroordeling wegens doodslag in het verkeer, door de eis van opzet op het van het leven beroven, meer is vereist. De advocaat-generaal: “Het bewust aanvaarden van fatale gevolgen kan blijken uit uitlatingen van de verdachte, het kan blijken uit de omstandigheid dat de verdachte na eerdere (bijna-) ongelukken zijn rijgedrag niet heeft aangepast, het kan ook blijken uit wetenschap van concrete aanwezigheid van personen op de plaats van de aanrijding. Het niet tot verantwoord besturen in staat zijn (door drankgebruik, of doordat de betrokkene geen rijbewijs heeft) kan, in samenhang met het rijgedrag, een vaststelling van opzet ondersteunen en hetzelfde geldt voor vaststellingen van onverschilligheid ten opzichte van de gevolgen na de aanrijding. Dergelijke omstandigheden heeft het hof in deze zaak niet vastgesteld.”

Terug naar Gerechtshof
De AG adviseert de Hoge Raad de uitspraak van het hof te vernietigen en de zaak terug te wijzen om opnieuw te worden berecht en beoordeeld. De Hoge Raad beslist op 15 oktober wat er met de zaak moet gebeuren. Kort samengevat draait het in de zaak erom of je roekeloos rijden gelijk kunt stellen aan ‘(voorwaardelijk) opzet‘. Schuldig aan doodslag is hij ‘die opzettelijk een ander van het leven berooft’.

Het volledige advies van de AG aan de Hoge Raad is hier te lezen. https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:PHR:2024:740 Daarin wordt zeer uitgebreid ingegaan op jurisprudentie van eerdere zaken.

Deel dit bericht via...